In Nederland mogen we trots zijn op het beschermen van huurders tegen onredelijk gedrag van verhuurders en tegen het binnentreden van politie in woningen op onvoldoende gronden. Ook mogen we blij zijn met de strenge privacyregels die onze persoonlijke vrijheid en leefsfeer beschermen. Maar wat nu als mensen van die bescherming gebruik maken om zich te misdragen? En als het om wonen gaat: als mensen lak hebben aan het woongenot van hun buren en dit verpesten via herrie, intimidatie, vervuiling, vernieling, geweld en ga zo maar door?

Ik heb er al vaker over geschreven: woonoverlast door asociale huurders is voor goedwillende, fatsoenlijke huurders een enorm probleem. Het kan grote gevolgen hebben voor hun welzijn. Want onderschat het niet: woonoverlast is vaak niets anders dan een vorm van ziekmakende terreur. Dat klinkt misschien overdreven, maar dat is het niet.

De Woonbron huismeesters en sociaal beheerders maken er iedere dag werk van om die overlast te voorkomen of aan te pakken. Zij lopen daarbij echter tegen nogal wat beperkingen aan. Kan een sociaal wijkteam zorgen voor inzet van een zorginstelling? Mogen organisaties gegevens van overlastgevers uitwisselen? Wat kan de politie doen en kan zij ons hierover informeren? Wanneer kan de burgemeester een maatregel treffen? Wanneer accepteert de rechter een uitzetting? Enzovoort, enzovoort.

Bij alle vragen om inzet en samenwerking met andere instanties lopen we aan tegen genoemde woon- en privacybescherming. Die gaat zover, dat als iemand zijn rechten daarop redelijkerwijs allang verspeeld heeft, we in de praktijk toch onvoldoende adequaat kunnen optreden om het woongenot van de buren te beschermen. Om dat beter mogelijk te gaan maken hebben we inmiddels afspraken gemaakt met gemeenten, politie en Openbaar Ministerie. We tekenden in 2015 enkele convenanten en deden dat afgelopen jaar nogmaals voor de hele politieregio. In de praktijk verloopt de uitvoering te langzaam echter en verandert er nog te weinig.

Alles in mij zegt dat we de slachtoffers van woonterreur snellere en effectievere bescherming moeten bieden. De vraag is alleen: hoe? Een aantal oplossingsrichtingen is voor mij duidelijk. Zo kan de gegevensuitwisseling tussen corporaties en overheden over asociale huurders stukken beter en sneller. Is daarvoor nieuwe privacywetgeving of een aanpassing van de Wet Politiegegevens nodig? Dan zie ik die liever vandaag dan morgen komen. De wijkagent, het sociale wijkteam, gemeentelijke overlastcoördinator en de corporatiemedewerker moeten ruimte krijgen praktischer af te stemmen en samen te werken.

Een recent wetsvoorstel moet het de burgemeester mogelijk maken om op grond van criminaliteit of ernstige overlast huurders tijdelijk uit hun woning te zetten. Ik pleit voor een voortvarende toepassing van deze mogelijkheid. Het zal overigens moeten blijken of dit ook tot verbetering leidt, want de juridische voorwaarden gaan vaak zo ver, dat het in de praktijk toch niet lukt bij de rechter of dat de burgemeester verplicht is zorg te dragen voor huisvesting elders. Dat laatste komt dan vaak weer bij de corporaties terecht, met de nodige kosten en moeite. Een herhuisvesting die vaak weer tot verdriet van de nieuwe buren leidt. De overlastgever begint dan gewoon weer opnieuw.

Screenen vooraf is belangrijk. Dit is een bewezen effectief middel. Hoewel screenen helpt, is het niet waterdicht echter. Als corporatie moeten we daarom alles uit de kast halen om zo snel mogelijk in te grijpen als overlast zich voordoet. Uitzetten lukt niet zomaar. Is het gelukt asociale of criminele huurders uit te zetten? Dan moeten we dat sectorbreed delen, zodat andere corporaties deze ongewenste huurders tijdig kunnen weren. Die kunnen dan bijvoorbeeld terecht in speciale woningen, op plekken waar niemand last van ze heeft. Ik pleit ervoor om snel meer van deze woningen te bouwen, zodat het ‘recht op een dak’ geen obstakel meer is voor het beschermen van goedwillende huurders. Die hoeven dan niet meer in de kou te staan.

Ondanks het weerbarstige karakter houden we de aanpak van woonoverlast aan als topprioriteit. Onze huurders mogen dat van ons verwachten.

Bert Wijbenga
13 januari 2017